menu menu

Als stenen konden spreken

Als stenen konden spreken

Stenen kunnen niet spreken, maar wel vertellen. Lees dit verhaal maar van de steen uit de Houtrakpolder.


Mijn familie en ik zijn in de buurt van Echt aan de Maas gebakken. En we waren gebakken om de toog van het grote badhuis in Coriovallum, nu Heerlen, te dragen en te verfraaien. Daarom was ik erg gelukkig en trots.
We werden in een schip geladen, wel wat hardhandig, en de reis begon. Ongeveer een halve dag varen, dacht ik. Maar toen de avond viel, waren we er nog niet. Dagen hebben we gevaren in zon, wind en regen.
Maar, Jupiter zij dank, na een week kwamen we op de plaats van bestemming aan. We waren in de haven van castellum Flevum (het tegenwoordige Velsen), aan het IJ. Het was ten tijde van keizer Augustus (27 v. Chr. - 14 n. Chr.).

 

 

 

 

 

   Castellum Flevum (Velsen1) 

 

We werden ontscheept en binnen het castellum bij een in aanbouw zijnde waterput gelegd. Mijn familie en ik werden als putkraag van deze put gemetseld. Tijdens de opstand van de Friezen (28 n. Chr.) tegen de Romeinen werd het castellum Flevum (Velsen 1) vernield. De Romeinen verlieten Velsen 1, maar voordat ze gingen, gooiden ze een kreng (een dood dier) in de put om het water te vergiftigen. Later werd Flevum 2 gebouwd, met hulp van de Friezen en de Kaninefaten.

  Wij werden zwerfstenen en na jaren werd ik gevonden en ingemetseld in een stuk muur van een huis in Velsen. 

  Tijdens het beleg van Haarlem in 1573 vernielden de Spanjaarden alles, werd de muur kapot geschoten en viel ik in de prut.

  Heel lang lag ik daar beschadigd. Mijn mooie gebogen lijn was weg.
  Toch werd ik weer gevonden en met een stel andere stenen op een handkar gegooid,

  die afschuwelijk naar vis stonk. Ik zou weer gebruikt worden.

  Ik werd op een hoop gegooid en de volgende dag werd er een gat in me geboord, daar werd een touw doorheen gehaald en ik werd met een plons in het IJ geworpen.

 

Toen op zekere dag het net werd opgehaald, brak het touw en bleef ik daar liggen tot de drooglegging van het IJ in 1872. De polder die zo ontstond werd in tweeën gedeeld: de Houtrak- en de IJpolder. Ik lag in de Houtrakpolder in de klei, waarop al gauw tarwe, bieten en andere gewassen werden verbouwd.
 

 

 

 

 

 

 

  Foto Peter Vreeswijk

Na ongeveer 130 jaar in de klei werd ik door boer Piet Vink opgeploegd en aan Gerrit meegegeven, omdat hij van de geschiedenis van Halfweg en omstreken houdt. En ik wist: dit wordt leuk voor me.

Gerrit Agterhof