menu menu

De Banpaal

De Banpaal

Het verhaal van de banpaal, is ook het verhaal van de mijlpaal, de grenspaal of de limietpaal. Vier woorden voor één begrip. De banpalen werden vroeger gebruikt om de juridische grenzen van een stad aan te geven. Ze markeerden het gebied waarbinnen het stadsbestuur belasting mocht heffen. Deze palen stonden één Duitse mijl – ongeveer 7,4 kilometer – uit de stadsmuur. Behalve de begrenzing van het belastinggebied van de stad, was de banpaal ook de grens voor veroordeelden die uit de stad verbannen waren. Weg met ongewenste personen was het devies. Naast het doodvonnis was verbanning uit de stad de enige manier voor het stadsbestuur om zich van wetsovertreders en andere ongewenste personen te ontdoen. Verbanning kon worden uitgesproken voor een bepaalde tijd, maar kon ook voor eeuwig gelden. De straf werd opgelegd door de hoge of criminele rechtbank, die ook lijf– en schavotstraffen uitsprak. Verbanning was meestal een bijkomende straf die rechters oplegden in combinatie met straffen als brandmerking, geseling en te pronk staan op het schavot. Je kon natuurlijk beter worden verbannen dan te worden gebrandmerkt of opgehangen, maar toch werd verbanning als een zware straf ervaren. Bannelingen moesten familie en huis en haard verlaten en maar zien of ze ergens anders een nieuw bestaan konden opbouwen.

Verbanning trof hoofdzakelijk arme mensen en werd opgelegd voor misdrijven als diefstal, messentrekkerij, prostitutie, beroving, vechtpartijen op straat, andere openbare geweldplegingen, alsook voor zaken als bedelarij en het doden of te vondeling leggen van pasgeboren kinderen. Doordat velen in grote armoede leefden, kwam dit laatste vaak voor.

Wie rijk was kon zijn straf doorgaans afkopen voor een flink geldbedrag.

In onze omgeving hebben drie banpalen gestaan. De oudste stond aan de Spieringhorn en dateerde van ongeveer 1375. Een andere banpaal stond ten zuiden van de Grote Braak even ten oosten van Halfweg. Alleen de banpaal van 1624, de Rembrandtpaal, staat als enige nog in onze omgeving, bijna weer op zijn oude plaats. Deze banpaal dankt zijn naam aan een ets van Rembrandt uit 1650. Tijdens een wandeling langs het IJ naar Halverwegen in dat jaar tekende hij deze paal.
Jarenlang stond de paal in het reeds lang verdwenen Beatrixoord en later in het Oosterpark in Amsterdam. Sinds een aantal jaren staat de Rembrandtpaal weer op de oude Spaarndammerdijk tussen het Geuzenbos in het recreatiegebied Spaarnwoude en het nieuwe boezemgemaal van de ringvaart van de Haarlemmermeer.
Het is absoluut een aanrader om een wandeling naar de paal te maken; je loopt zo de geschiedenis in. Met de fiets kun je er ook eenvoudig komen. Op de fiets naar het boezemgemaal en via een hek de Spaarndammerdijk op. De banpaal die daar nu staat was vroeger hoger. Helaas is de sokkel, waarop hij vroeger stond, gesloopt. Op de ets van Rembrandt kun je de sokkel in zijn geheel nog zien. Het opschrift op de banpaal luidt: “Terminus Proscriptionis, Uyterste paal der Bannelingen”. En let wel ter waarschuwinge van uwer gedrag.
Een prettige wandeling gewenst.

 

Gerrit Agterhof