menu menu

Grote Braak

Grote Braak

Zo’n kleine zestig jaar geleden woonde ik met mijn ouders in Amsterdam. Ik was toen klein. De wereld was groot. De afstand naar school, zo’n anderhalve kilometer, legde ik vier keer per dag af. Er was ook mijn vrijheid: een autoped op luchtbanden. Daar kon je ver mee komen. Hoe ver ? Tot in Spaarndam. Dat waren nog eens tochten. Eerst was er dan het oude Sloterdijk. “Daar kun je het heerlijkste krentenbrood van Amsterdam kopen”, heette het. Ook kon je je daar vergapen aan het bottelen van Coca-Cola flessen. Cola stond voor rijkdom (we dronken thuis limonade) en mechaniek. Met vele van mijn leeftijdgenoten stond ik daar met mijn neus tegen het immense raam gedrukt.

Daar vlakbij was ook het begin, of beter gezegd het vervolg van de Spaarndammerdijk. Aan de zuidkant ervan lag een sloot. Daar kon je nog wel eens salamanders vangen.

En als je niets ving, ging je natuurlijk verder. “Zo vlak bij Sloterdijk zijn ze natuurlijk al weggevangen”, denk je dan als kind. En je stepte verder over de dijk richting Halfweg.

Je kwam dan langs de Brettenbraak. Een natuurlijk aandenken aan een dijkdoorbraak. Alleen de Brettenzone als natuurgebied en een tuinhuiscomplex herinnert nog aan deze braak. Verder is het ooit weidse gebied ten zuiden van de Spaarndammerdijk vervangen door de tuinsteden Slotermeer en Geuzenveld. Alles ten noorden van de spoorlijn Amsterdam-Haarlem is, inclusief de dijk, opgeslokt door een gigantisch industriegebied. Van deze dijk tussen Amsterdam en Halfweg resteert nu slechts een zeer beperkt deel.

Aan dat stuk, op het grondgebied van Halfweg, vinden we ook de Grote Braak.

Dijkdoorbraak Spaarndammerdijk bij Halfweg 1675

De Grote Braak dankt haar naam aan de grote dijkdoorbraak in de nacht van 4 op 5 november 1675. De Spaarndammerdijk was niet bestand tegen het water van het IJ. Het IJ was een binnenzee, die reikte tot aan Beverwijk en in open verbinding stond met de Zuiderzee. Het IJ kende ter hoogte van Halfweg en soort uitloper, het Houtrak genaamd.

De Spaarndammerdijk was belangrijk om het poldergebied ten zuiden van de dijk te beschermen tegen het zeewater. Daarnaast speelde de dijk in Halfweg een speciale rol. Halfweg vormde een landengte met ten noorden het Houtrak en ten zuiden het Spieringmeer, een uitloper van het Haarlemmermeer. Een doorbraak op deze plek zou een verbinding leggen tussen deze gevaarlijke watermassa’s en derhalve desastreus zijn. Kortom, het gat moest snel gedicht worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

             

 

 

Kaart uit 1746: Op vergroting rechts staat de Grote Braak vermeld als "De Nieuwe Braek"

Paul Diderich