menu menu

Opening van de IJsbaan, Krantenverslagen 1933

Opening van de IJsbaan, Krantenverslagen 1933

„Ieder zijn eigen baan”

De veenafgravers schijnen een goed voorgevoel gehad te hebben

In een stampvolle tram reden we naar Halfweg. Daar liep de tram leeg en alle trams die daarna kwamen, liepen ook in Halfweg leeg en de inhoud wandelde een eind den straatweg op, gelokt door een orgel dat zijn klanken door de heldere vrieslucht deed daveren.

Daar lag de ijsbaan Halfweg. De grootste ijsbaan van Nederland! Dat zegt niets, want nu de Zuiderzee dicht ligt……..

Maar Halfweg is dan ook een b a a n, en een ideale baan.

De veenafgravers die voor de ligging der kanalen in den veenpolder verantwoordelijk zijn, hadden bestuursleden van een ijsclub kunnen zijn, die hun vak verstonden.

Stel u voor twee breede kanalen die elkaar onder een scherpen hoek in een punt ontmoeten en onderling door kanalen verbonden zijn. Dat beteekent in dit geval een ijsopperlakte van 200.000 M'. en dat beteekent voor de rijders „doorloopers" een totale lengte der banen van 32 K.M. en voor de kunstrijders vele rustige hoekjes voor het teekenen van drieën en achten, voor en achterwaarts.

De banen worden gescheiden door strooken veengrond, die er uitzien als stukken besuikerde koek, maar waar het om gaat, dat is het ijs.  

Over dat ijs kan men niet anders dan tevreden zijn.

De man met de Friésche doorloopers of met de lange Noren snijdt zijn lange, kaarsrechte streken In de spiegelgladde oppervlakte. In de bochten hoort men de schaatsen klakken op den harden vloer bij het „beentje over" en dan ziet men den hardrijder zich weer voorover buigen en met lenige, rhythmische bewegingen in volle snelheid voortschieten.

De schoonrijder zoekt zich een „eigen baan" uit. Hij schrikt niet als een schichtig veulen voor de rijders, die in snelle vaart zijn sierlijke bogen kruisen en hem óp een haar na tegen de vlakte doen tuimelen, juist wanneer hij den slag zoo aardig te pakken heeft.

Rustig, de volle aandacht bij zijn gezapige bewegingen zeilt hij daar heen, links-afzetten-rechts... totdat het één glijdende soepele beweging is en de rijder schijnbaar zonder eenige moeite met groote bogen over het ijs scheert. De kunstrijders hokken met drie of vier te zamen op een der vele inktzwarte stukken, waar elke krul als met wit krijt in wordt geschreven. Zij bestudeeren elkaars prestaties en worden niet moe van het telkens weer probeeren van Ingewikkelde figuren.

Wie 's avonds op Halfweg komt, vindt de baan voor de helft verlicht. Dat het meer dan genoeg is, zal wel niemand betwijfelen, die hier gereden heeft. Men heeft nog altijd „een zee van ruimte", hoeveel tramladingen ijsliefhebbers er ook uit Amsterdam en Haarlem komen. Trouwens ook waar het niet verlicht is, wordt veel gereden, maar dat is uitsluitend paarrijden. En zooals b.v. gisteravond, toen de wind wel stevig, maar toch geen onoverkomelijk bezwaar was, kon men in Halfweg zijn hart ophalen. Op een paar banen kan men niet rijden, om de eenvoudige reden, dat daar de wedstrijdbaan en het ijshockey-veld liggen, maar waarlijk, die kleine stukjes kunnen er nog wel af. „

Zelfs zonder dat, blijft Halfweg nog Hollands grootste ijsbaan.

Uit: Het volk - dagblad voor de arbeiderspartij   27-01-1933

 

Halfweg IJsbaan 

Toen het te Amsterdam bekend werd, dat gisteren de ijsbaan te Halfweg geopend was, hebben zeer velen de gelegenheid te baat genomen om hiervan te profiteeren. De belangstelling voor de Poel heeft er zelfs zichtbaar onder geleden. De Haarlemsche tram reed om het kwartier en iedere tram bracht eenige honderden schaatsrijders naar de veenderijen van Halfweg. Het was wel even een teleurstelling, toen de schaatsrijders tot de ontdekking kwamen, dat zij tot Halfweg moesten meerijden en daarna tien minuten terug loopen om de baan te bereiken. Het drukke autoverkeer op den Haarlemmerweg maakt het echter uiterst gevaarlijk om ter hoogte van de ijsbaan een halte in te stellen.

Misschien kunnen er later maatregelen in dezen geest worden genomen. De baan zelf was in buitengewoon goede conditie. De Amsterdamsche politie heeft wel lang gewacht met een vergunning te geven voor de opening van deze baan, maar nu is het ijs ook zóó stevig, dat het een flink stootje kan verdragen. De grootste drukte heerschte natuurlijk op de eerste baan bij den ingang. Daar werd het ijs door de vele rijders al spoedig minder glad, zoodat de krabbelaars zich hier bleven vermaken. De meer ondernemender) trotseerden den fellen wind en togen naar de spiegelgladde banen aan de andere zijde van de veenderijen, waar een groote tent het eind- en rustpunt was. Het valt overigens niet mee bij zulk een straffen wind te rijden. Menigeen, die een aardige schaats maakt bracht er tegen den wind weinig van terecht. Maar met den wind in den rug ging het op de goed geveegde banen des te beter. Aan lange tafels kon men dan wat van de vermoeienis bekomen inde groote tent, die juist met de opening naar het Westen stond en waar het heerlijk beschut was. De E.H.B.0. is met een tentje op de ijsbaan om bij e.v. ongevallen hulp te verleenen.

Ongetwijfeld zal dit in de toekomst „de” baan van Amsterdam worden. Gistermiddag zijn twee schaatsenrijders op de baan gevallen. Eén hunner werd in bewusteloozen toestand naar het Wilhelminagasthuis vervoerd. De ander kon, na verbonden te zijn, naar zijn woning terug keeren.

Uit: De standaard 25-01-1933

 

IJsbaan Halfweg al open?

Buiten de stad ging het beter. Het ijs had daar op de meeste plaatsen reeds een dikte van vijf centimeter bereikt. Aan weerszijden van den Haarlemmerweg was het vlakke polderland reeds bedekt 'met zwarte figuurtjes, die snel over het ijs schoten.

Velen zullen reeds met. spanning hebben afgewacht of de blauwe vlaggen reeds op de Haarlemsche tram stonden, ten teeken, dat „Nederlands grootste ijsbaan" haar poorten had geopend. Maar de vlaggen bleven weg en de baan te Halfweg gesloten.

„Wij gaan niet over één nacht ijs," verzekerde de heer Engelsma, eigenaar van de baan ons. „Voor dat het ijs een dikte heeft van tien centimeter openen wij niet. En wat mij betreft, hoeft de vorst niet door té zetten, want ik heb er nog niet op gerekend. Zoo kan ik de menschen toch niet ontvangen," en met een hoofdgebaar wees hij ons een groot, houten gebouw, dat zoo op het eerste gezicht nog weinig gezelligs bood voor dé bezoekers van de ijsbaan. „Pas half December is het gebouw klaar en ik hoop maar dat de vorstperiode tot zoolang wordt uitgesteld, want wat ik mijn menschen biedt moet goed zijn." .

Het gebouw waarvan de heer Engelsma. Een gezellig restaurant denkt te maken, heeft een frontbreedte van niet minder, dan 37 meter en bestaat uit twee verdiepingen. Buffet, eetzaal, telefooncellen, entree, loketten, garderobe, er was nog weinig van te ontdekken, maar de heer Engelsma, die, het heele gebouw reeds kant en klaar voor zich ziet, legde ons alles precies uit. Zoo komt het... en half December is het klaar... en wanneer Engelsma dat zegt, dan, is, het klaar!

Uit: Het Volk - dagblad voor de arbeiderspartij 5 dec 1933

3 Foto's Veenderij Eendracht. Bron: Beeldarchief Noord-Holland gemaakt door K.L.M. Aerocarto B.V.

Foto gebouw IJsbaan gemaakt op 12 oktober 1937 - fotograaf J. van Eck. Bron: beeldarchief Amsterdam

Voor meer historische informatie over de IJsbaan van Halfweg zie https://www.historischhalfweg.nl/verhalen/de-ijsbaan-van-halfweg

Gepubliceerd 8 maart 2023.