menu menu

Zeven eeuwen sluizen

Zeven eeuwen sluizen

Zeven eeuwen sluizen

Halfweg kent nog altijd een drietal sluizen. Het zijn de Haarlemmersluis, de Kruis- of Middensluis en de Amsterdamse sluis. Ze liggen schuin tegenover de voormalige suikerfabriek. De poort ten oosten van deze fabriek vormde ooit de toegangspoort tot het gebouw waar het Hoogheemraadschap zetelde. Een zeer strategische en voorname plek, aan beide zijden uitkijkend op het water. In het zuiden bevonden zich drie meren: het Spieringmeeer, het Haarlemmermeer en het Leidse Meer. De huidige Driemerenweg herinnert hier nog aan. Ten noorden van de sluizen lag het IJ. Het IJ stond destijds nog in open verbinding met de zee en was dus onderhevig aan eb en vloed.

Om het overtollige water van de drie meren te kunnen lozen op het IJ werd in 1364 aan Rijnland toestemming verleend om een sluis te bouwen tussen Spaarndam en Amsterdam. De werkelijke bouw vond ongeveer honderd jaar later plaats vanwege geharrewar over alles en nog wat en natuurlijk ook over het geld dat er mee gemoeid was.

Na veel waterellende is men in de vijftiende eeuw toch begonnen met de sluizenbouw. Overigens waren er al veel oudere spuisluizen in Spaarndam, waar de vloedstroom veel hoger kwam dan hier in Halfweg. Onder invloed van de eilanden Hoekenes, Nes en Ruigoord bleef het getijdeverschil hier beperkter. Bovendien was Holland ter plekke letterlijk op zijn smalst. Dus werd voor Halfweg gekozen.

De oudste sluizen  hier waren houten sluizen. Een dergelijke sluis ging ondanks het vele onderhoud niet langer dan zo’n 25 jaar mee.  En een weer dichtgegooide, versleten sluis leverde dan weer wateroverlast op.

 

Kaart van Hoogheemraadschap Rijnland uit 1615

 

In 1558 functioneerden er drie sluizen:

  • Een nieuwe houten, de ‘Jan Clockensluis’
  • De Kerkmenssluis, die in slechte staat verkeerde
  • De nieuwe stenen Westsluis

De deuren van de nieuwe Westsluis werden met veel technisch vernuft, waar lood en brons (‘clockspijse’) aan te pas kwamen, in de blauwstenen dorpels gehangen.

In 1609 waren de drie sluizen reeds van steen.

Het was ook watertechnisch gezien een uitzonderlijk knap bouwwerk. Dit hing samen met het gebruik van de puntdeuren. Deze deuren stonden in V-vorm met de punt gericht naar het IJ. Het was een automatisch systeem. Bij eb drukte het overtollige water van de drie meren de deuren open en werd water geloosd. Bij vloed duwde de vloedstroom de deuren weer dicht, zodat het zeewater de meren niet kon instromen. Er hoefde dus niemand aan te pas te komen. Maar er werd wel toezicht op gehouden en wel door het Hoogheemraadschap van Rijnland, gevestigd te Halfweg.

Halfweg nam met de sluizen een sleutelpositie in in de Hollandse waterhuishouding.

 

                   1654 Plattegrond van de drie spuisluizen Rijnland in Halfweg

 

Bij het beheersen van het water bleef het niet. Het water zou meer en meer plaatsmaken voor land. Ook bij en na de droogmaking van de Haarlemmermeer in 1855 en het IJ in 1872 bleven de sluizen dienst doen om het polderwater via de ringvaart en het stoomgemaal te lozen op het nieuw aangelegde Kanaal F, dat weer in verbinding staat met het Noordzeekanaal.

 

 

 

 

Sluizen complex in Halfweg 1920

 

 

 

 

 

 

 

 

In de jaren zeventig werd er een nieuw vijzelgemaal bij het Noordzeekanaal geplaatst en kon het oude stoomgemaal bij Halfweg buiten dienst gesteld worden.

De oude sluisjes verloren hun functie en raakten door gebrek aan onderhoud in verval. Het Hoogheemraadschap, nu zetelend in Leiden, wil van de sluizen af. En dat na  400 jaar heroïsche en trouwe dienst! Het betekent het verkwanselen van een schitterend staaltje waterstaatkundig erfgoed!

DE SLUISJES DIENEN ALS MONUMENT BESCHOUWD EN ONDERHOUDEN TE WORDEN!

Gerrit Agterhof

In 2021 heeft het Hoogheemraadschap Rijnland plannen gepubliceerd om de waterdoorstroming te verbeteren en de sluisjes te restaureren.

Voor meer informatie hierover zie: https://www.historischhalfweg.nl/nieuws/de-drie-sluisjes-in-halfweg-worden-gerestaureerd.